Categorieën
artikelen

Oriëntalisme

In de beginperiode van deze blog wil ik de grondvesten leggen van de manier waarop ik naar de wereld kijk, zodat ik hier in een later stadium op terug kan vallen. Dit keer besteed ik in het kader hiervan aandacht aan oriëntalisme.

Oriëntalisme is een begrip dat in het verlengde ligt van wat ik eerder op deze plek over stereotypering schreef, en tevens de naam dat het boek draagt dat Edward Said hierover schreef. Hierin verkent Said het onderscheid dat globaal wordt gemaakt tussen “het Oosten” (de oriënt) en “het Westen” (de occident). De scheidslijn wordt grofweg als volgt gemaakt: de occident beslaat (West-)Europa (en in een later stadium de Verenigde Staten), de oriënt heeft betrekking op alles wat achter het Oerolgebergte ligt. In het Angelsaksische taalgebied noemt men ons Westen vaak de “Global North”, waar veel op af te dingen valt maar ook wel wat voor te zeggen is: van Oost en West spreken op een planeet die in principe rond is, is ook volstrekt arbitrair. Hoe het ook zij komt Said tot de slotsom dat het hele idee van “het Oosten” in de eerste plaats een door het Westen opgedrongen construct is: er wordt een contrasterend beeld gecreëerd, dat louter de functie heeft voor het Westen om zijn eigen (uiteraard) identiteit vast te stellen.

De oorsprong van het moderne Europese oriëntalisme ligt bij Napoleon, die aan het begin van de negentiende eeuw een Description de l’Egypte schreef, in lijn met de categorisering van de wereld zoals ingezet door Diderot en d’Alembert. Napoleon laat het land inventariseren. Said somt een aantal van de belangrijkste terugkerende contrasteringen op:

  • de oriënt is een plaats van exotisme, mysterie en gevaar; het Westen is normaal, bekend en veilig,
  • de oriënt is sensueel, seksueel en dierlijk; het Westen is beschaafd en schoon,
  • de oriënt is spiritueel, bijgelovig en traditionalistisch; het Westen is rationeel, progressief en christelijk,
  • de oriënt is infantiel en vrouwelijk, natuurlijk en maagdelijk, wachtend om te worden ontdekt; het Westen is volwassen, gecultiveerd en mannelijk, klaar om de oriënt te veroveren.

Deze tegenstellingen omvatten het gros van het beeld dat voor het Westen onlosmakelijk verbonden is met de Oriënt. Zelfs in Britse koloniën als India en Pakistan speelde dat thema rond, hoewel die wel een eindje weg van Egypte waren. Maar het is nu eenmaal zo dat de verhitte blik van de Westerling er meer toe doet dan de realiteit. Egypte of India, gemakshalve één pot nat.

Deze ‘travestieën’ bepalen ook vandaag nog onze blik op het Oosten, die eigenlijk uitsluitend gebaseerd is op de veronderstelling dat het Westen yin is en het Oosten yang. Tijdens de periode van Europese hegemonie en expansiedrift heeft dit erg veel schade aan kunnen richten, louter op basis van overhaaste beeldvorming.