Categorieën
artikelen

Liefde op het eerste gezicht?

Er bestaat geen betere manier om de feestelijke eindejaarsperiode in te gaan dan met een lekker oer-Hollands nummer over de liefde – een Kerstgedachte pur sang.

Er bestaat geen betere manier om de feestelijke eindejaarsperiode in te gaan dan met een lekker oer-Hollands nummer over de liefde – een Kerstgedachte pur sang. In dit geval wil ik eens wat beter luisteren naar Wat kan het anders zijn, een kraker van Wim Sonneveld en Friso Wiegersma uit 1972.

Een lied dat de liefde bezingt is een intens dankbaar onderzoeksobject. Door de onwijs lange geschiedenis van de liefdesverheerlijking die er bestaat, heeft ze een vuistdik (maar ongeschreven) stijlboek opgeleverd van leidmotieven die telkens weer hun opwachting maken. Dankzij deze rijke traditie kan het liefdeslied vaak ook fungeren als een blauwdruk van de cultuur waar het uit voortkomt. Daarom zal het liefdeslied vast nog wel eens zijn opwachting maken op deze blog.

Het refrein van Wat kan het anders zijn gaat als volgt:

Wat kan het anders zijn
dan liefde op het eerste gezicht
Je leest ervan in een roman,
en in bijna alle gedichten
Woorden waarvan je denkt:
“Daar is geen letter van waar”
Maar op een goeie dag kom je erachter
hoe het is als je houdt van elkaar

Het refrein veronderstelt het volgende: veel mensen vinden het begrip ‘liefde op het eerste gezicht’ op het eerste oor ongeloofwaardig. Ze horen er vaak over in romans en ‘bijna alle gedichten’, maar kunnen het niet koppelen aan hun beeld van de werkelijkheid. Tot… het magische moment dat ze dan toch ook die liefde vinden en ervaren hoe het is om van iemand te houden.

Op zichzelf is dit geen verwerpelijke boodschap. Maar toch loont het de moeite om hier een kanttekening bij plaatsen.

Zoals ik hier eerder al schreef is ieder cultureel model op zichzelf geworteld in een constructie van de werkelijkheid, en niet in de werkelijkheid zelf. Juist omdàt je referentiekader wordt bepaald door waar je je mee omringt, ben je in staat om de wereld om je heen van duiding en betekenis te voorzien.

In deze context is het feit dat je in romans en gedichten over het fenomeen ‘liefde op het eerste gezicht’ leest er juist de precieze oorzaak van dat je in staat bent om het te internaliseren en in ‘het echte leven’ te herkennen. Liefde is intrinsiek iets vormeloos, het is geen fundamentele eigenschap van de realiteit. Wij zijn uiteindelijk degenen die het abstracte begrip ‘liefde’ van vorm en betekenis voorzien.

Precies hierin zit ‘m ook de kneep in het refrein van Wat kan het anders zijn: het veronderstelt dat ‘liefde op het eerste gezicht’ een soort natuurverschijnsel is, terwijl het eigenlijk slechts een zinswending is, een projectie die alleen maar een semantische lading heeft.

Er zijn boeken volgeschreven over dit mechanisme. Denk alleen al aan Cervantes’ Don Quichot of Flauberts Madame Bovary. Telkens raakt het beeld van de realiteit van de hoofdpersoon in deze boeken totaal vertroebeld door al te rooskleurige literatuur. Zij zijn een soort fictieve uitwerkingen van de vrees die Plato uitsprak dat cultuur de werkelijkheid kan corrumperen.

Nou loopt het in het liedje van Sonneveld natuurlijk niet zo’n vaart dat de idee liefde, alleen omdat het niet in de realiteit gegrond is, de werkelijkheid corrumpeert; dat zou een vrij ongemakkelijke Kerstgedachte zijn om mee af te sluiten. Blijf daarom vooral lekker geloven in de liefde, op het eerste gezicht of niet – zolang het maar geloofwaardig genoeg is.