Categorieën
artikelen

Peter en de Wolf: lang leve de mensheid!

Peter en de Wolf, het bekende muzikale verhaal van de Russische componist Sergei Prokofiev, is een wereldwijde megahit. Maar is het eigenlijk wel zo’n onschuldig kinderverhaal als het lijkt?

We leven in een tijd waarin alle heilige huisjes die er ooit hebben bestaan systematisch worden ontmanteld. Zwarte Piet delft in het kader van dekolonisatie het onderspit (min of meer), en de opvoering van stereotype jongens en meisjes in reclames wordt steeds genadelozer weggehoond door gender studies-hardliners. Eigenlijk is geen enkele traditionele of conventionele cultuuruiting nog veilig. Met een beetje zoekwerk blijkt uiteindelijk achter alles een ideologische lading te zitten.

Zo ook Peter en de Wolf, een muzikaal verhaal voor verteller en orkest geschreven door de Russische componist Sergei Prokofiev. Sinds de eerste uitvoering in 1936 is het stuk, dankzij de knappe wisselwerking tussen tekst en muziek, een wereldwijde megahit geworden. Hoewel Prokofiev zelf benadrukte dat het verhaal in dienst staat van de muziek, “only as a means of inducing the children to listen to the music”, loont het toch de moeite om te kijken wat de verschillende bestanddelen ervan nu precies suggereren.

Hier een korte synopsis:

Peter woont samen met Grootvader in een huis in het bos. Op een dag ziet hij de eend en de vogel ruzie maken. De kat maakt van de gelegenheid gebruik om het nietsvermoedende stel te besluipen, maar Peter waarschuwt tijdig, waardoor ze kunnen wegstuiven en de kat met lege poten achterblijft.

Grootvader komt woedend naar buiten en maant Peter naar binnen te komen – er zou immers maar een wolf uit het bos komen! Als Peter naar binnen is gehaald, laat de wolf zich inderdaad zien. De kat vlucht op tijd een boom in, maar de eend springt van schrik op de kant en wordt door de wolf te grazen genomen.

Op een onbewaakt moment gaat Peter terug naar buiten, en in goede samenwerking met de vogel, die de wolf afleidt, vangt hij de wolf met een touw. De jagers, die in het bos op zoek waren naar de wolf, staan te popelen om hem neer te schieten, maar Peter stelt voor om hem naar de dierentuin te brengen. Het eindigt met een grootse overwinningsparade, waarbij alle karakters de revue passeren. Grootvader besluit de optocht met de memorable woorden: “Wat als Peter de wolf níet had gevangen? Wat dan?”

Prokofievs biograaf Harlow Robinson vat de vermeende moraal van het verhaal als volgt samen:

[D]on’t be afraid to challenge established beliefs (Grandfather’s caution) or to take risks. It is Peter’s independence, shrewdness and courage that save the day; if he hadn’t disobeyed his grandfather … the wolf would never have been caught.

Zo bezien gaat er van het stuk een vrij subversieve boodschap uit: kinderen worden aangemoedigd om vooral hun eigen instinct te volgen als ze verder willen komen, en niet blind te varen op de levenservaring van meerderjarigen. Kortom: Peter en de Wolf is een mooi rond verhaal met een pakkende (en in Prokofievs tijd bovendien ook gewaagde) moraal, met ook nog eens schitterende muziek erbij.

En toch zitten er in het verhaal een aantal zaken die veel vraagtekens oproepen.

De kat valt tevergeefs de vogel en eend aan; de wolf valt de kat en de eend aan, en eet laatstgenoemde op. Waarom is de kat volkomen zonder schuld, en wordt de wolf totaal gedemoniseerd? De wolf en de kat zijn in het verhaal beide roofdieren, duidelijk belust op hun prooi, maar niettemin moet de wolf het het meest ontgelden. Wat maakt dat zijn dierlijke instinct wordt geproblematiseerd, en dat van de kat niet?

Waarschijnlijk komt het doordat de wolf van oudsher wordt gezien als een geduchte tegenstander van het welzijn van de mens. Die stigmatisering van de wolf begon toen de mensheid kuddes geiten en schapen ging houden. Vanaf dat moment manifesteerde de wolf zich als parasiet, die niet schroomde af en toe een kuddedier dat de herders ‘toebehoorde’ tot zich te nemen. En toen Jezus in het Nieuwe Testament daar ook nog eens slim op inspeelde door zijn volgelingen een kudde te noemen die werd belaagd door ‘wolven’ van buitenaf, was het voor de komende 2000 jaar gedaan met het positieve imago van de wolf.

Dit is tevens de oorzaak van het ontstaan van het schrikbeeld van de Grote Boze Wolf die in diverse bekende volksverhalen rondwaart, dat gewiekste en immer kwaadwillende schepsel dat moordt, rooft en bedriegt alwaar hij komt. Langs de weg van de volksverhalen heeft hij waarschijnlijk ook zijn ingang in Peter en de Wolf gevonden, als ultieme verpersoonlijking van het kwaad, gevreesd door alle rangen en standen – van vogel tot Grootvader tot kat.

Dit schrikbeeld van de wolf wordt ondermijnd door het huidige tijds- en modebeeld, dat zich kenmerkt door een ‘terugkeer’ naar de natuur. Duurzaam, ecologisch en natuurlijk vormen het mantra van een correcte leefwijze, en alles dat ten koste van de natuur en onze planeet gaat (booreilanden en kerncentrales, je kent het wel) moet nu wel echt verdwijnen. We verwijderen ons langzaam van het anthropocentrische wereldbeeld, wat Jonathan Safran Foer in Eating Animals definieert als

the conviction that humans are the pinnacle of evolution, the appropriate yardstick by which to measure the lives of other animals, and the rightful owners of everything that lives.

In Foers formulering ‘the lives of other animals’ schuilt natuurlijk al een hint van hoe het zou moeten zijn: de mens moet zich niet bovenaan wanen in de voedselketen, maar is in feite inter pares. Mens en dier zijn gelijk, en er is geen dier dat het verdient om gevangen of opgegeten te worden. André Hazes zong het al: ‘de wereld is van ons allemaal’.

Met deze biocentrische visie in gedachte is het gek om te bedenken dat er nooit kanttekeningen zijn geplaatst bij de connotaties van het verhaal van Peter en de Wolf. De kat gedraagt zich naar de normen van de voedselketen – hij jaagt immers op kleine dieren. Maar zodra de wolf op zijn dierlijke instinct afgaat (het hiërarchisch volstrekt correcte aanvallen van kat, vogel en eend), wordt het de mens schijnbaar te heet onder de voeten: ze voelt zich bedreigd in zijn koppositie in de voedselketen, en er moet een daad gesteld worden om de wolf op zijn plek te wijzen.

Dit gebeurt niet simpelweg door de wolf neer te laten schieten door de jagers. Nee, Peter stelt voor om íedereen te laten zien dat de mens in staat is de natuur te temmen, door de wolf gekooid in een feestelijke optocht tentoon te stellen. Hoera voor de mensheid!

“Wat als Peter de wolf níet had gevangen? Wat dan?”, vraagt Grootvader zich af. Waarschijnlijk had de wolf zich eenvoudigweg teruggetrokken in zijn nest, aangezien wolven intens schuwe dieren zijn (wat de situatie in het verhaal sowieso al vrij onwaarschijnlijk maakt). Misschien was het dan ook niet nodig geweest dat de wolf een strikt beschermde diersoort is geworden. En misschien hadden we dan nog wilde dieren in ons woest gecultiveerde landschap gehad.