Categorieën
artikelen

NOS’s Flying Circus

In hoeverre sluit de NOS nog aan bij haar oorspronkelijke doelstellingen, en in hoeverre kijken we eigenlijk nog naar een nieuwsbulletin als we naar het NOS-journaal kijken?

De NOS-journaalspecials waarmee de kijker begin januari om de oren werd geslagen waren bij vlagen indrukwekkend en gaven een waanzinnig inkijkje in de dagelijkse beslommeringen van ’s lands oudste nieuwsnetwerk. De ijverige redactie van de Omroepstichting deed geen moeite om haar trots te verhullen, en maakte tussen alle heisa door ook nog van de gelegenheid gebruik om zichzelf uitgebreid te feliciteren.

Iedereen die jarig is heeft natuurlijk het recht om een goed feestje te vieren. Maar in hoeverre sluit de Omroepstichting nog aan bij haar oorspronkelijke doelstellingen, en in hoeverre kijken we eigenlijk nog naar een nieuwsbulletin als we naar het NOS-journaal kijken?

(Een van de weinige dingen waar ik me echt hard voor maak is de herinvoering van de uitspraak “Nos” in plaats van het houterige “En O Es”, waarvan akte. Het was enorm fähig in de jaren ’70 en ’80, maar is daarna op onverklaarbare wijze de obscuriteit in gedwongen.)

De Mediawet stelt vast dat de Nederlandse Omroep Stichting tot taak heeft “media-aanbod voor de landelijke publieke mediadienst te verzorgen op het gebied van nieuws, sport en evenementen dat zich bij uitstek leent [sic] voor gezamenlijke verzorging”. Onder het mom van het pakkend brengen van het nieuws gedroegen nieuwsjournalisten zich echter in toenemende mate als veredelde filmmakers. Met de vooruitgang van de technologie werden nieuwsverslagen door de tijd heen flitsender, beweeglijker (denk aan het sportieve wandelingetje van de nieuwslezer), en visueel speelser.

Deze Newswipe-aflevering geeft de verandering goed weer. Grafiekjes bijvoorbeeld, zoals Charlie Brooker het hier zegt, functioneren in nieuwsverslagen in principe als“the helpful wireframe diagrams that help put the verbal content into context”. Tegenwoordig ligt dat helaas vaak anders:

[N]ow watching the news is a bit like trying to follow a set of instructions written in a Garish font on a belly-dancer’s undulating torso, while a psychopath stands in the room playing the trombone in your ear.

Nu zou het ook enigszins raar zijn als het journaal zich niet aanpast aan het tijdsbeeld: om aansluiting te blijven vinden met je doelgroep (c.q. iedereen), moet je je als medium nu eenmaal conformeren aan de gangbare beeldtaal. Journalisten zijn en blijven echter journalisten, en geen regisseurs of anderszins filmmakers, maar lijken vaak toch te denken dat ze zich als zodanig moeten opstellen om die aansluiting bij het publiek te vinden. Het resultaat is een nieuwsitem dat vaak hopeloos tussen wal en schip valt: slechte nieuwsvoorziening, maar ook slechte cinematografie en mise-en-scène, of een soort visueel gedrocht dat meer doet denken aan een Monty Python-animatie dan aan iets dat over de toestand in de wereld informeert.

Voorlopig dieptepunt in NOS-context vormt wel de Uit het leven-uitzending, een “eerbetoon aan de nalatenschap en betekenis van personen die in 2015 zijn overleden” of, zoals Herman van der Zandt het in de uitzending zegt, “mensen die het einde van 2015 niet hebben gehaald” – alsof het een soort wedstrijd betreft. Er worden een paar (vaak volstrekt arbitraire) feitjes opgelepeld over dode mensen in de vorm van een uit de kluiten gewassen PowerPoint-presentatie, waarna Herman de ene dode persoon uit zijn holografische beeld swipet voor de volgende flitsende interactieve infographic over een andere dode.

Is er in al die (technische) heisa nog wel genoeg ruimte om te reflecteren op waar we überhaupt naar kijken? Leiden al die visuele staaltjes niet enorm af van de eigenlijke (wettelijke) taken van de Omroepstichting? Of doet de NOS op deze manier alleen een poging om aan te sluiten bij de hedendaagse beeldtaal, om met de tijd mee te gaan, opdat de Stichting niet vervreemdt van de tijdgeest?