Categorieën
artikelen

Vreugde, vreugde! De politieke implicaties van de Ode an die Freude

Beethovens Ode an die Freude is “een viering van de broederschap van de mens”, en om die reden ook universeel toepasbaar: broederschap en verzoening, daar is weinig op af te dingen. Maar is de Ode an die Freude wel die ondubbelzinnige broederschapsbezinging, zoals ze vaak verbasterd wordt?

Ook als je het niet zou willen ben je bekend met de negende symfonie van Ludwig van Beethoven. Het slotkoor van het laatste deel, Ode an die Freude, is na zijn eerste verschijning behoorlijk viral gegaan, en keerde terug in een schier oneindige vloed van verschillende zettingen en situaties. De makkelijk mee te zingen melodische lijn van het slotkoor, in combinatie met de originele jubelende tekst van Friedrich Schiller, hebben door de tijd heen een enorme bron van inspiratie gevormd. Hier de eerste strofe, voor een idee:

Freude, schöner Götterfunken,         Vreugde, schone Godesvonk,
Tochter aus Elysium,                           Dochter van Elysium,
wir betreten feuertrunken,               Vuurdronken gaan we binnen,
Himmlische, dein Heiligtum.           Hemelse, uw heilig schrijn!
Deine Zauber binden wieder,           Uw betov’ring bindt weer samen
was die Mode streng geteilt,         Wat het stijlzwaard heeft doorkliefd.
alle Menschen werden Brüder,         Alle mensen worden broeders
wo dein sanfter Flügel weilt.            Waar uw zachte vleugels zijn*

Slavoj Žižek geeft in zijn The Pervert’s Guide to Ideology een kleine bloemlezing van de toepassingen die het befaamde slotlied in de twintigste eeuw heeft gekend: het Nazisme en het bolsjewisme, tijdens de Chinese Culturele Revolutie, bij een hele trits Olympische Spelen zijn maar enkele voorbeelden waar Beethovens Ode mocht schitteren.

Schiller vatte de boodschap van het originele gedicht bondig samen als “een viering van de broederschap van de mens” – een eigenschap die beslist een goed feestje waard is. Dat idee van broederschap is er ook de oorzaak van dat Beethovens hymne zo universeel toepasbaar bleek: broederschap en verzoening, daar is weinig op af te dingen. Maar is de Ode an die Freude wel die ondubbelzinnige broederschapsbezinging, zoals ze vaak verbasterd wordt?

Het slotkoor vormt natuurlijk maar een splinter van de hele Negende. Het is in deze context de moeite waard om te kijken naar wat er direct voorafgaat aan het gejubel. Beethoven voegde een korte eigen tekst toe aan Schillers gedicht. Na een onstuimige instrumentale opening van het laatste deel zingt de bas de volgende tekst:

O Freunde, nicht diese Töne!             O vrienden, niet deze tonen!
Sondern laßt uns angenehmere        Laat ons liever aangenamere
anstimmen und freudenvollere.        aanzetten en vreugdevollere.
Freude! Freude!                                      Vreugde! Vreugde!*

Dit werkt enigszins op de lachspieren. Het orkest heeft een krappe 50 minuten gezwoegd om op het punt in de symfonie te komen, een hele klankwereld in vier delen heeft de revue gepasseerd, en dan zegt de bas dit. Jongens, schei hier toch mee uit! Laten we alsjeblieft wat behaaglijkers spelen. En dan volgt dus het geëxalteerde gebeuren zoals we het uit de wereldgeschiedenis kennen.

Beethoven lijkt hiermee te willen zeggen: er is een hoop aan de hand in de wereld, maar laten we het daar in hemelsnaam niet over hebben. Liever wanen we ons in een hemelse roes met elkaar, waarin we vuurdronken uw heiligdom betreden. We wenden onze blik af van de werkelijkheid, om ons te verliezen in een utopisch wereldbeeld waarin universele broederschap een gegeven is.

Schiller kon zich om die reden in zijn latere leven ook absoluut niet meer vinden in de tekst van de Ode: het was losgezongen van de realiteit, en kon als zodanig geen enkele waarde in de echte wereld hebben.

De magie van het utopische wereldbeeld, zoals het naar voren komt uit deze lezing van Beethovens Negende, geeft een extra dimensie aan de wetenschap dat zo veel kwaadwillende regimes in de twintigste eeuw de hymne ten goede konden gebruiken: iedere zichzelf respecterende propagandamachine wendt bij voorkeur zijn blik af van de werkelijkheid, en spiegelt een verhaal voor van universele broederschap en algehele harmonie. Gesomber en kritiek zijn alleen maar loze ballast, daar moeten we van af.

In dit opzicht is de keuze voor de Ode als volkslied van de Europese Unie – zij het instrumentaal, om de internationale vertaalslag te voorkomen – ook vrij ironisch. De grenzen van de Unie zijn, zoals Henk van Houtum het verwoordt, de dodelijkste grenzen op aarde. De opening van de binnengrenzen heeft als gevolg dat de buitengrenzen ferm gesloten zijn, met heel veel slachtoffers tot gevolg.

Maar conform haar volkslied richt de Europese Unie de blik naar binnen. Een blik op het propagandakanaal – graag had ik een milder woord gekozen – van de Unie op YouTube bevestigt dit. Ja, er vallen veel doden aan de buitengrenzen. Maar laten we het niet hebben over wat er buiten onze grenzen gebeurt! We hebben prachtig glanzende Erasmus-kennisuitwisselingsprogramma’s, we hebben een gemeenschappelijke munt, we hebben vrij verkeer van goederen, kapitaal, diensten en personen. Zo bouwen we samen rustig verder aan ons eigen Elysium.