
Op onregelmatige basis recenseer ik nieuw verschenen CDs voor Tijdschrift de Klarinet. Exact een jaar geleden recenseerde ik het album Nancy Braithwaite, etc. – To Paradise for Onions. Songs and Chamber Works of Edith Hemenway.
De naam Edith Hemenway zal in eerste instantie maar bij weinig mensen een lampje doen branden. Niettemin is de muziek van de Amerikaanse componiste, die vorig jaar de respectabele leeftijd van negentig jaar passeerde, het onderwerp van een nieuwe CD To Paradise for Onions. Dit is te danken aan de inspanningen van Nancy Braithwaite. De klarinettiste, een groot pleitbezorger van de werken van Hemenway, zette een crowdfundingactie op touw om te zorgen dat een selectie van haar kamermuziekwerken – voor het eerst – op de gevoelige plaat zouden worden vastgelegd. Braithwaite slaagde hier glansrijk in, en wist een heuse sterrencast voor de opnames te regelen met de topsopranen Roberta Alexander en Claron McFadden. Ook pianist Vaughan Schlepp en cellist Michael Stirling hebben – overigens net als Braithwaite zelf – hun sporen verdiend, en lossen die verwachtingen met hun spel ook op deze CD ruimschoots in.
Als componiste is Hemenway een relatieve laatbloeier: ze studeerde in de jaren ’50 Engelse literatuur en kreeg met haar man maar liefst acht kinderen. Pas op latere leeftijd bekwaamde zij zich op het orgel, waarbij haar liefde voor het werk van Bach ontlook. Daarna legde zij zich toe op de piano, met een speciale interesse voor liedbegeleiding, en ook ontdekte zij de componist in zichzelf. De appel valt bij dit laatste niet ver van de boom: haar literaire achtergrond vindt duidelijk zijn weerslag in haar oeuvre. Of dan in elk geval op de werken op To Paradise for Onions, die allen op gedichten zijn gebaseerd. De werken zijn voor zang, klarinet, cello, en piano, in wisselende samenstellingen. Die bezetting komt voort uit een langlopende vriendschap die Hemenway al bijna veertig jaar koestert met Braithwaite.
De muziek op de CD is op het eerste gehoor moeilijk te plaatsen: vrij conventioneel van opzet, maar tegelijkertijd weet Hemenway een volstrekt eigen klankwereld op te roepen. Het lijkt zich op het snijvlak te bevinden tussen contrapuntische hoogstandjes van laatromantische componisten als Max Reger en het harmonische élan van Franse impressionisten als Claude Debussy. Voorts dicteert de tekst duidelijk het muzikale verloop, maar Hemenway heeft een sterk, welhaast synesthetisch gevoel voor hoe de gedichten het beste tot hun recht komen in muzikale vorm.
Het redelijk recente stuk Doors uit 2010, waarmee de CD aftrapt, bestaat uit drie op muziek gezette gedichten voor sopraan, klarinet, cello, en piano. Het opent stemmig, met grote sprongen en enorme uithalen in alle gelederen, expressief, soms elkaar vindend, maar dan weer uit elkaar stuivend. Interessant is het geagiteerde laatste deel, dat in zijn chromatische hectiek onder hoogspanning lijkt te staan.
Dat Hemenway geen zangstem nodig heeft om tekst te verbeelden bewijst Questions of Travel (1999). Het werk voor klarinet, cello, en piano bestaat uit korte verklankte impressies van een reis, met af en toe – om eerlijk te zijn – weinig tot de verbeelding sprekende titels zoals The Rented Car. De instrumentale partijen zijn niet makkelijk – wat overigens aan het fenomenale spel van de muzikanten niet is af te horen –, en Hemenway geeft er blijk van dat ze precíes weet tot hoe ver ze kan gaan. Een vaardigheid die maar weinig hedendaagse componisten is gegeven.
Op de albumhoes preikt het schilderij Verwondering van Kees Hermans uit 1965. Verwondering is een gevoel dat het muzikale avontuur van deze CD goed samenvat. Een crowdfunding-actie zet je alleen op als je ergens in gelooft. To Paradise for Onions is de beloning voor het geloof van klarinettiste Braithwaite in de kracht van de composities van Hemenway. Het is meer dan terecht dat haar muziek nu voor een breder publiek wordt ontsloten. Hopelijk vormt het de opmaat voor een verdere verkenning van wat Hemenway op compositorisch vlak te bieden heeft.