Categorieën
recensies

Rima Khcheich, Mike Fentross, Maarten Ornstein – Ombre De Mon Amant

Op onregelmatige basis recenseer ik nieuw verschenen CDs voor Tijdschrift de Klarinet. Exact een jaar geleden recenseerde ik het album Rima Khcheich, Mike Fentross, Maarten Ornstein – Ombre De Mon Amant.

Kenners weten het: geef basklarinettist Maarten Ornstein de vloer en je hebt gegarandeerd een fantastisch optreden. Gelukkig voor die kenners houdt Ornstein niet van stilzitten. Na zijn studies saxofoon en basklarinet in Den Haag bij onder meer John Ruocco, Ferdinand Povel en wijlen Harry Sparnaay ontplooide hij het ene muzikale initiatief na het andere. Zijn concertagenda bijhouden is een dagtaak op zich. Hij heeft bovendien een brede interesse en is actief in tal van verschillende muzikale genres, variërend van free-jazz tot funk tot barok, en alles daartussenin.

Een recent voorbeeld van ‘alles daartussenin’ betreft de recent verschenen CD Ombre De Mon Amant die Ornstein maakte in samenwerking met Libanese zangeres Rima Khcheich en theorbist Mike Fentross. Die line-up suggereert een spannende interculturele mix, en de nieuwsgierigheid wordt nog versterkt door de wonderlijke omslagfoto, waarbij de drie muzikanten in een sjiek trappenhuis staan en Ornstein, strak de camera inkijkend, een glas dat Khcheich vasthoudt vol giet met champagne.

Het repertoire kent een aantal smaken: vroege Franse muziek, enige Spanjaarden en Hollanders (waaronder Constantijn Huygens), en Arabische dichters op muziek gezet. De vraag over het ‘waarom’ van die combinatie blijven we het Spartaans uitgegeven CD-boekje schuldig. Een gemene deler is de schaduw van de geliefde uit de titel: vrijwel alle muziek heeft betrekking op de liefde, of het ontbreken daarvan.

Veel van de nummers zijn zacht en voorzichtig, op de tast ontvouwen zich muzikale ideeën die in een elegant samenspel door het drietal worden uitgewerkt, uitgewisseld, en ontwikkeld, zoals in de mooie trage opener Ombre de Mon Amant / Ya Layt  / Would That. Ornstein is vrijwel altijd het brein achter de arrangementen. Wat opvalt is de muzikale wendbaarheid, met name van Fentross en Ornstein: nu eens fungeren basklarinet en theorbe als basinstrument, dan weer nemen ze een gevoelige solo in de hoogte voor hun rekening. Het is indrukwekkend om al die verschillende kanten waar te kunnen nemen.

Ombre De Mon Amant voelt als een hooggeleerd driegesprek: een relatief ingetogen uitwisseling van gedachten, elkaar af en toe vindend of tegensprekend, maar nergens wordt het fel of ongemanierd. De CD biedt de verwachte culturele kruisbestuiving, die op sommige momenten beter werkt dan op andere momenten. De muzikale draagkracht van het drietal zorgt voor een solide project, waarbij op geen enkel moment de aandacht hoeft te verslappen en altijd genoeg te genieten valt.