
Op onregelmatige basis recenseer ik nieuw verschenen CDs voor Tijdschrift de Klarinet. Exact een jaar geleden recenseerde ik het album Zyft – Midnight Tea Suite.
De ster van basklarinettist Ziv Taubenfeld is rijzende. Net als Michael Moore, de Amsterdamse Amerikaan bij wie hij in het verleden in de leer is geweest, heeft Taubenfeld moeite met stilzitten: hij initieert een onophoudelijke stroom projecten en sluit aan bij talloze gelegenheidsformaties. Bovendien groeit de stapel cd’s waarop Taubenfeld te horen is bijna dagelijks.
Een van de intiemere cd’s waarop Taubenfeld te horen is, is Midnight Tea Suite. Formatie van dienst is het trio Zyft, naast Taubenfeld bestaande uit gitarist Henk Zwerver en de veelkleurige altvioliste Maya Felixbrodt.
De softe titel van de simpel uitgegeven CD – geen inlay, begeleidende teksten, of andere fratsen – past niet bij de rauwe cut-and-paste vormgeving. Gelukkig roept de muziek zelf nergens associaties op met een saai theekransje. Er wordt een breed muzikaal spectrum verkend: nerveus klepgerammel in openingsnummer Purple Room, waarin de instrumenten de ruimte aftasten, en kijken wel waar de muzikale winden hen heenvoeren, maar ook stevige solo’s in And The Curtain Opens, waarin alle drie de gelegenheid krijgen om zich even voor te stellen. Ook vermeldenswaard is het intens droevige Sip, Sip, Sip, waarin Felixbrodt mag lamenteren op haar instrument zoals alleen altviolen dat kunnen. Ook Taubenfeld krijgt in dit nummer de vloer, en zet interessante melodische lijntjes uit die tot een kaleidoskopisch effect leiden
Het risico bij vrije improvisatie is dat spelers te veel op elkaar gaan zitten wachten, of elkaar te veel gaan nadoen, waardoor het eindresultaat slechts een statische soundscape wordt waarin geen ruimte meer ontstaat voor écht nieuwe ideeën. Zyft is echter creatief genoeg om deze klassieke improvisatievalkuil voor te zijn. Het artistieke volume van het drietal heeft hier een belangrijk aandeel in. Hoewel altvioliste Felixbrodt het vaakst het initiatief lijkt te nemen tot nieuwe ideeën, zijn de muzikanten enorm aan elkaar gewaagd, en stuwen ze elkaar tot grote hoogten. Taubenfeld kan op zijn beurt medespelers op de kast jagen met uitdagende fratsen, om even later weer door de anderen op de hielen gezeten te worden. Maar de grootste verrassing is de onbekende Henk Zwerver: een prettig-agressieve vrijdenker die in zijn spel in de verte associaties oproept met Derek Bailey en Michael Renkel, maar verder compleet buiten alle gebaande gitaarpaden gaat. Laat dit drietal geen gelegenheidsformatie blijven!