
De inzichten in dit artikel zijn ontleend aan een publicatie uit 2017 in Work, Employment and Society, “Moral economy, intermediaries and intensified competition in the labour market for function musicians”, geschreven door Charles Umney.
Onlangs maakte ik voor het eerst kennis met het concept van de morele economie. In een notendop is een morele economie een gedeelde set van morele normen die de honorering, aanvaardbare prijzen voor goederen en de toewijzing van middelen binnen een bepaalde markt regelt. Morele economieën worden vaak aangewend om met name zzp’ers te beschermen tegen uitbuiting en om ervoor te zorgen dat iedereen eerlijke prijs krijgt voor de verrichte werkzaamheden.
Onlangs kwam een artikel van Charles Umney mij onder ogen dat in 2017 verscheen. Hierin licht hij toe hoe de rol van morele economieën in de culturele sector nog steeds onderontwikkeld zijn. Daarom onderzocht Umney hoe moreel-economische factoren functioneren in de muziekscene.
Een voorbeeld van zo’n markt is die van de gelegenheidsmuziek, oftewel livemuziek tijdens een evenement waar de muziek niet centraal staat: een bedrijfsfeest, een bruiloft of een begrafenis. Musici werkzaam in deze sector blijken een sterke morele economie te hebben gecultiveerd die van bandleiders vergt dat ze de opbrengsten van optredens gelijkwaardig verdelen, kopers onder druk zetten bij problemen zoals late uitbetalingen, en verwachtingen in stand houden rond de hoogte van honoraria.
Door veranderende markt- en technologische omstandigheden is het voor kopers en nieuwe soorten tussenpersonen echter gemakkelijker geworden om competitie te bedrijven, waardoor het moeilijker is geworden die verwachtingen hoog te houden. Naar aanleiding hiervan vraagt Umney zich terecht af: hoe duurzaam is een morele economieën wanneer de markt groeit en/of de vraag afneemt?
Komende weken duik ik in het artikel van Umney om deze en andere vragen te verkennen.