Categorieën
artikelen

Morele economie onder fixers, bandleiders en iedereen eromheen (#4)

Photo by Aleksandar Pasaric on Pexels.com

Zie ook deel 1 | 2 | 3.

De inzichten in dit artikel zijn ontleend aan een publicatie uit 2017 in Work, Employment and Society, “Moral economy, intermediaries and intensified competition in the labour market for function musicians”, geschreven door Charles Umney.

De muziekindustrie is berucht om haar gebrek aan transparantie, met name als het gaat om het uitbetalen aan muzikanten. In het geval van gelegenheidsbands, die bijvoorbeeld veel op bedrijfsfeestjes spelen, blijkt de verdeling van het honorarium onder de bandleden bijzonder moeilijk te zijn. Het totale honorarium wordt bepaald door de fixer (zie mijn vorige post), die een contract heeft met de koper, maar over de verdeling van het geld onder de individuele bandleden wordt doorgaans informeel beslist.

De fixer is verantwoordelijk voor het nemen van deze beslissingen, maar wordt gewoonlijk beïnvloed door de verwachtingen van de bandleden. De interne verdeelsleutel, om het maar even heel klinisch uit te drukken, wordt gevormd door een sterk gevoel van wat moreel aanvaardbaar is, waarbij de meeste muzikanten in de studie van Umney (jaar van publicatie: 2017) rekenen op minimaal 150 pond (rond de 170 euro) voor een optreden op een bruiloft of een begrafenis.

Naast die ondergrens verwachten muzikanten dat de verdeling van het geld binnen de band gelijk is. Bandleiders kunnen zich zelfs onder druk gezet voelen om minder aan te nemen dan de bandleden. Fixers omarmen soms deze morele economie en zien zichzelf als onderdeel van de band, hoewel ze soms ook onder druk worden gezet. De morele economie wordt bovendien afgedwongen door stigmatisering van vermeende overtreders. Agenten en fixers die onder de informele vraagprijzen gaan zitten riskeren reputatieschade.

Remplaçeren blijkt ook ingebed in deze morele economie. Het is een manier om vertrouwensnetwerken op te bouwen, muzikanten aan werk te helpen en wederkerigheid te bieden waar anderen in het verleden werk hebben verschaft. Het impliceert echter ook verantwoordelijkheid, met name ten opzichte van de bandleider. Bandleiders verwachten dat muzikanten het serieus nemen als ze een optreden uitvallen, en dat ze een degelijke vervanger vinden als ze een optreden niet mee kunnen doen.

Al met al komen in de morele economie van de musicus in de gelegenheidsbranche vrij algemeen aanvaarde verwachtingen naar voren rond minimumvergoedingen en gelijkwaardigheid onder bandleden. De morele economie staat echter op gespannen voet met de bredere commerciële keten, waar fixers in de woorden van Umney de belichaming zijn van de grens tussen morele waarden en de waarden van de markt. De beslissingen van de fixer beïnvloeden de verdeling van het inkomen, maar muzikanten verwachten dat de beslissing wordt ingegeven door de waarden uit de morele economie.