De componistenwereld is een wereld die nog steeds sterk wordt gedomineerd door mannen. Vrouwelijke componisten worden vaak minder geacht dan hun mannelijke collega’s. In een publicatie uit 2018 in het British Journal of Music Education, “Creating a career as a woman composer: Implications for music in higher education”, onderzoeken Dawn Bennett, Sally Macarthur, Cat Hope, Talisha Goh en Sophie Hennekam de uitdagingen die vrouwelijke componisten tegenkomen in hun carrière en de implicaties hiervan voor opleiding compositie aan het conservatorium.
Uit de vorige blog in deze serie (hier) weten we dat musici vaak voelen dat ze een keuze moeten maken tussen “creatief” en stabieler werk. Waar velen bewust voor optie 1 kiezen, is er een kleine minderheid die dat niet doet.
Uit deel 1 (hier) en deel 2 (hier) van deze serie weten we dat Umney en Kretsos zich richten op beginnende musici die zich proberen te vestigen als professionals in Londen. Ze laten zien hoe musici, onder invloed van het idee van passie-als-werk, instabiele financiële omstandigheden accepteren in plaats van ze te willen veranderen, en hoe de grens tussen werk en privé wordt vervaagd.
Uit deel 1 in deze serie (hier) weten we dat het leven van een jazzmusicus uit een scala van optredens bestaat in kleine groepen, in allerlei contexten, met een steeds wisselende reeks spelers. Creatieve voldoening geeft hierbij vaker de doorslag dan goed betaald werk. In hun studie richten Umney en Kretsos zich vooral op beginnende musici die een carrière proberen op te bouwen in Londen. Hun artikel laat zien hoe, onder invloed van het idee van passie-als-werk, musici onzekere en instabiele financiële omstandigheden eerder een plek geven binnen hun werkzaamheden dan dat ze zich op een goed moment aan die onzekerheid willen ontworstelen.
Stel: je geeft een concert met je amateurkoor en je wilt een professioneel begeleidingsorkest. Wat betaal je de musici? Wat is nou redelijk, en hoeveel tijd zijn zij eraan kwijt? Bekende vragen waar elke penningmeester zich het hoofd over breekt.
Aan de andere kant vraagt ieder muziekgezelschap zich ook wel eens af wat een redelijke vraagprijs is om als uitkoopsom te rekenen. Is het nattevingerwerk, of is het een vertaling op basis van een bepaald uurtarief? En natuurlijk de eeuwige hamvraag: is het totaalbedrag inclusief of exclusief reiskosten?
Op basis van deze vragen ging ik nadenken over een spreadsheet die tegemoet kan komen aan zowel de vraag van de penningmeester als de vraag van het muziekgezelschap.
Het resultaat is deze spreadsheet. Download de spreadsheet hier.
Deze tool kan zowel penningmeesters als muziekgezelschappen helpen bij het nadenken over vraagprijzen, uitkoopsommen en gages. Vanuit de spreadsheet kun je twee kanten op:
Je redeneert vanuit een bepaald totaalbedrag hoevéél en welke musici je kunt vragen voor je aanstaande concertreeks tegen een passend tarief, of
Je formuleert vanuit een bepaalde bezetting een totaalprijs voor een concertaanvraag, het liefst ook tegen een passend tarief.
Het nut van een tool als deze is dat het alle aannames en overwegingen die ten grondslag liggen aan een vraagprijs expliciet maakt. Tegelijkertijd is de spreadsheet zo flexibel mogelijk, zodat je te allen tijde de assumpties kunt bijstellen en wijzigen zoals jij het passend acht voor de gelegenheid.
In deze blogpost licht ik de werking van de spreadsheet en de invoermogelijkheden puntsgewijs toe. Ik doe dit aan de hand van een gestileerd voorbeeld van de begroting voor een bescheiden symfonieorkest dat een serie van 12 concerten gaat geven met een soloviolist.