
Drie jaar geleden werd op deze plek het postmodernisme besproken. Dit mondde uit in een vrij droog lemma waarin kort de ontwikkeling van het begrip wordt besproken, en wat het zo ongeveer inhield.
Het leuke van een blog is dat het voortschrijdend inzicht zich onder je neus voltrekt. Niet alleen het sóórt stof dat op deze plek in de afgelopen paar jaar is geadresseerd (en de manier waarop) verandert, maar ook de levende definitie van diezelfde stof. Stof waarvan je dacht dat je die voorgoed in steen had gebeiteld. Nailed it.
Het was de frisse naïveteit van de kersverse schoolverlater: ‘en nu zal ik jullie voor eens en altijd laten zien wat postmodernisme inhoudt’. Poppetje gezien, kastje dicht.
Er is meer dan genoeg aanleiding om nog eens het licht te doen schijnen over dat ‘postmodernisme’ (PoMo voor intimi). Het was al niet per se bij iedereen een geliefd gespreksonderwerp – vooral onder studenten die er maar met moeite chocola van konden maken –, maar sinds de vorige bespreking van het onderwerp is postmodernisme een onwijs middle-of-the-road scheldwoord geworden. Voor zo ongeveer àlles.
Hoe kon dat in die tussentijd gebeuren?
Hou je vast: zware kost ligt in het verschiet. Maar zware kost die het verdient om te worden verteerd, aangezien het schampt aan een aantal van de grote problemen van onze tijd.
De Uitdaging
Om met Herman van der Zandt te spreken: Hoe Was Het Ook Alweer? Oftewel: wat hield dat postmodernisme zoals het eerder uit de doeken is gedaan ook weer precies in?